Vancouver - Mayne Island

5 september 2016 - Mayne Island, Canada

Op de kaart van Downtown Vancouver zien we dat de bezienswaardige wijken Gastown en Chinatown naast elkaar liggen, dus we dachten een bezoek handig te combineren door de auto in het midden te parkeren. Het midden, dat is zo’n beetje Hastings Street, Carrall Street. Als we er bijna zijn, rijden we onder een Chinese poort door. Maar wat we daarachter aantreffen is niet een roodgekleurde wijk met restaurants en Chinese karakters op de winkels. Het lijkt eerder alsof we door de poorten van de hel zijn gereden: het gebied rond Hastings Street en Carrall Street lijkt compleet ingenomen door letterlijk honderden zwervers en junks. De mensen zien er erbarmelijk uit, steegjes tussen de gebouwen zijn compleet verwaarloosd en overal ligt rotzooi. Voor de Utrechtse meelezers: stel je de vroegere junkentunnel onder Hoog Catharijne voor, maar dan in daglicht en op straat.

Een ogenblik later rijden we tot onze verbazing door de schattige straatjes van Gastown, het oudste deel van Vancouver. Met de schrik nog enigszins in de benen gaan we op pad. Gastown is een mooi, atypisch, Europees aandoend stukje Vancouver. De straten zijn geplaveid met klinkers en de gebouwen zijn statig, maar laag. Het enige dat je merkt van de nabijheid van het akelige hoekje Chinatown is een enkele verdwaalde junk. We kopen hier wat souvenirs en lunchen bij het leuk/kitsch gedecoreerde restaurant “The Spaghetti Factory”. Omdat we Chinatown overslaan, hebben we nog een stukje dag over. We besluiten een tochtje met de Seabus te maken. Dat is dus inderdaad een zeebus, het maakt deel uit van het openbaar vervoer-netwerk van Vancouver. Onderweg heb je prachtig uitzicht. Eerst vaar je weg bij Canada Place, vervolgens ga je langs de haven en aan het eind vaar je tussen die karakteristieke tankers door. Bij de aanlandplaats Lonsdale Quay is een parkje met speeltuin en een overdekte markt, kortom, we vermaken ons er wel.

Woensdagochtend ziet Erik vanuit ons appartement een zeehond zwemmen in False Creek! Het is druilerig weer vandaag, en we gaan daarom naar Kidtropolis, een binnenspeelplek voor kinderen in Richmond. Het leuke van die uitstapjes buiten Vancouver is dat er steeds weer een nieuwe wereld voor je open gaat. Zo komen we op Oak Street ineens langs een straatje rijtjeshuizen. Het ziet er onmiddellijk Nederlands uit. Richmond is een wereld apart. Volgens de statistieken is meer dan de helft van de inwoners van oorsprong Chinees, en nog eens 10% van andere Aziatische origine. Je ziet het niet alleen aan de mensen, maar ook aan alle openbare informatie op gebouwen, billboards etc. die in het Chinees is.
Kidtropolis ligt verstopt in een bedrijventerrein, maar het is een ontzettend leuke plek voor de kleintjes. Ze hebben er een stadje nagebouwd in kinderformaat, met winkeltjes, politiebureau, ziekenhuis e.d.. Met in alle gebouwtjes spulletjes en verkleedkleding om mee te spelen, en ‘op straat’ autootjes om in te rijden. Vooral Roos vindt het fantastisch, en ook Elin vermaakt zich.

Donderdag mijn laatste rondje hardlopen rond False Creek. Na bijna drie weken zijn we er wel klaar voor om weer uit Vancouver te vertrekken. Alleen van het lopen, fietsen en hardlopen over die fijne Seawall kan ik moeilijk afscheid nemen! Evenmin als van het onvergetelijke uitzicht, trouwens.
Het is weer een regenachtige dag, dus we beginnen vast met opruimen in inpakken. ’s Middags fietst Roos haar laatste ritje naar Charleson Park.

Vrijdag komt om kwart voor twee de taxi ons ophalen. Na de laatste inpak- en opruimactiviteiten maken we nog een wandelingetje naar Granville Island. We willen eigenlijk in de Food Market lunchen, maar omdat het regent, is het daar erg druk. We rennen door de regen naar Cats Socialhouse. Fijn, nog een keer die lekkere “Tahitian tuna salad” eten; met  tonijnsashimi met lemoncrust,  ingelegde gember en wasabimayonaise, mjam!
We halen de koffers op en een vriendelijke, spraakzame Indiase taxichauffeur brengt ons naar Tsawwassen, de haven waar de boten van BC Ferries vandaan vertrekken. Het voelt goed om weer ‘on the move’ te zijn. Met z’n vieren met al onze bagage door de ferryterminal. We gaan weer een nieuwe plek ontdekken!
Bij de kade zien we al direct zeehonden, zwemmend en zonnend op de stenen. De ferry maakt een tussenstop bij Galiano Island. Je vaart vanaf daar door de Active Pass, een nauwe zeestraat met sterke stromingen. De ferry hangt helemaal scheef om op koers te blijven, we vallen bijna uit onze stoelen. Na aankomst op Mayne Island rijdt de vriendelijke en behulpzame chauffeur van de Community Bus Service (‘donations only’) ons naar Seal Beach Cottage. Het is een leuk huisje, veel hout in het interieur en zeekaarten en roeispanen aan de muur. Wat een andere omgeving is dit! We zitten aan de rand van een naaldbos, midden in de natuur en met uitzicht op de Active Pass en de passerende bootjes en ferry’s. Daar schrikken we ons overigens de eerste keer een ongeluk van: omdat de Active Pass zo smal is, toeteren de ferry’s hard als ze eraan komen. ’s Avonds gaan we even naar buiten om te genieten van de duisternis en de sterrenhemel.

De bewoners van Mayne Island zijn afhankelijk van grondwater voor de watervoorziening. Ze hebben bovendien een droge zomer achter de rug. Dat betekent: kort douchen. En naast de wc de oproep “if it’s yellow, let it mellow; if it’s brown, flush it down’. Drinkwater moeten we apart kopen. Vuilnis wordt hier niet opgehaald. We moeten zoveel mogelijk recyclen, wat we overhouden kunnen we voor $10 per zak laten afvoeren. Het is een mooie gelegenheid om Roos wat ecologisch bewustzijn bij te brengen.
Zaterdagochtend zien we vanuit de cottage de eerste zeehondjes in de zee. We gaan naar de wekelijkse Farmers' Market. Om daar te komen, lopen we eerst over een paadje door een mooi noords bos met grote dennenbomen en mos op de bodem. Vervolgens langs een aantal beschut gelegen privéhuizen. We horen en zien hier allerlei onbekende vogels. Dan ineens zit je in de relatieve drukte van het centrum van dit dunbevolkte eiland: een paar winkeltjes en galeries, een restaurant en een openbare bibliotheek. En op een onverhard terrein de Farmers’ Market. Ja, we zitten hier echt op het platteland. De markt bestaat uit ongeveer vijftien kraampjes, en zowel de verkopers als de bezoekers zijn voornamelijk lokale boeren. Iedereen lijkt elkaar te kennen. Zelfs wij komen een bekende tegen: de chauffeur van de Community Bus. We eten een overheerlijke versgebakken brownie en kopen zelfgemaakte bosbessenjam en een houten speelgoedautootje. Hierna moeten we boodschappen doen. We hadden ons al schrap gezet voor nog hogere prijzen dan in Vancouver, en terecht: een aantal basic boodschappen, voor bijna $100. De lokale grocery store is goed gesorteerd maar doet zijn naam, “Tru Value Market”, weinig recht aan. De middag brengen we door op het strandje, dat nu met eb veel groter is. En op het sportveldje naast de cottage, dat hoort bij de nabijgelegen camping. De kleintjes hebben zich goed vermaakt. Het weer is momenteel koel (16-18 graden) en wisselvallig. Vandaag regende het ’s ochtends, maar ’s middags scheen de zon en was het meteen lekker.

Zondagochtend lopen we naar het centrumpje. Onderweg komen we wederom de chauffeur van de Community Bus tegen. Er is hier een parkje, met misschien een speeltuin dachten we, maar nee. Roos vindt dat maar vreemd. Maar de huizen hebben hier zulke grote tuinen, dat iedereen zijn eigen speeltuin heeft. We eten lekker bramen van een struik aan de rand van het parkje, en lopen door naar de pier van Miners Bay. We worden aangesproken door ene Geoffrey, die goed gokt dat we uit Nederland komen, en met wie we vervolgens een geanimeerd gesprek voeren over reizen (wat hij ook graag doet) en over Nederland (waar hij ook is geweest).
We lunchen bij The Groove island kitchen. Lekker, ze serveren hier eens iets anders dan die geijkte burgers en fries. Zonnetje erbij, fijne muziek.
Onderweg terug naar huis zien we vlakbij een hert de weg oversteken. De middag brengen we weer door in en om de cottage en het strandje, dat vol ligt met oesters, krabbetjes en mosselen. Het is een fijne plek en de meisjes vinden het heerlijk om er lekker een beetje te scharrelen en te graven.  

Foto’s