Van de herfst weer terug in de zomer

18 september 2016 - Squaw Valley, California, Verenigde Staten

Als we weg rijden bij de camping van Santa Cruz zien we dingen die we op de heenweg helemaal niet opgemerkt hebben, zo druk waren we met de weg vinden. Aaneengesloten velden met aardbeiplantjes bijvoorbeeld. Er wordt druk geoogst. Ook zien we grote velden met artisjok, sla en mais.
We hoeven maar een kort stukje te rijden vandaag naar onze volgende camping. Erik heeft een leuke lunchplek gevonden, ‘Sea Harvest’ bij Moss Landing, een baai. En wat een mooie plek is het! Zo vol met ‘wildlife’ dat het wel een dierentuin lijkt. We zien zeehonden, zonnend op het strand, zeeotters die spelen in het water, pelikanen en andere zeevogels, een kolibrie, een eekhoorn. Ook de rit is mooi vandaag. Vlak voordat we Carmel Valley in rijden, doen we boodschappen bij een grote Safeway. Eindelijk groenten en fruit kopen, we slaan groot in. Carmel Valley is een landelijke, pittoreske vallei. Je merkt wel dat je hier vlakbij bosbrandgebied zit (Soberanes fire, nu gelukkig op afstand). Overal langs de wegen staan borden met als strekking ‘brandweermannen bedankt’.

Woensdag rustdag, de kinderen zijn een beetje chagrijnig. Elin is vroeg aan haar dutje toe en ik ga met Roos naar het campingzwembad. Het is heerlijk weer, 20 graden en zonnig. ’s Middags scharrelen we wat rond over de camping en we zien weer allerlei beesten: eekhoorntjes, weer een kolibrie, en veel mooie, mij onbekende vogels.

Donderdag belooft een van de hoogtepunten van onze camperreis te worden: we gaan over highway 1 door Big Sur rijden. Ik kan daar veel woorden aan wijden, maar de foto’s spreken denk ik voor zich. Het is adembenemend en spectaculair! Bij de stopplaatsen zijn de afgronden zo diep dat ik er elastieken benen van krijg. We zien  veel roofvogels, waaronder adelaars. Big Sur zit ook in de brandregio van de Soberanes wildfire, en dat merk je goed. Bijna alle wegen en afslagen vanaf highway 1 zijn afgesloten. Voor Elin is de bochtige weg op een gegeven moment iets teveel: wagenziek. Na een hap frisse lucht gaat het gelukkig beter. We lunchen op een van de vele stopplaatsen langs de weg, met een prachtig uitzicht. Aan het eind van de rit langs de kust krijgen we een toegift in de vorm van een strand dat vol ligt met zeeolifanten. Het ziet er koddig uit. We gaan het binnenland in, over de mooie weg 46 naar Paso Robles. Opeens rijd je door een Italiaans aandoend landschap van droge, gele heuvels en wijnranken. De camping waar we één nacht blijven, ligt direct aan de grote weg, maar is heel schoon en netjes. Het is hier heet, 32 graden! Na het avondeten duiken we gevieren lekker even het zwembad in.

Onze rit gaat vrijdag verder door een dor en leeg, heuvelachtig landschap (Cholame Hills). Na een tijdje komen we bij San Joaquin Valley, zo plat als Nederland.Je ziet velden vol met mais, olijfbomen en citrusbomen. Op af en toe een eenzame boerderij na, is er nauwelijks bebouwing. We lunchen bij de Mac in de Walmart in Vasalia. Apart publiek hier. Bijna alleen maar ‘Hispanics’ en veel mensen met overgewicht en een armoedig voorkomen. En dan opeens doemen aan de rand van de vallei de bergketens van de Sierra Nevada op. We zitten nu in Three Rivers, in de bergen aan de rand van het Sequoia National Park. Maar er is een probleem. De weg van hier naar het park is niet toegankelijk voor campers van het formaat dat wij hebben. Iedereen op de camping raadt het ook af, het schijnt een duizelingwekkend smalle, bochtige en steile weg te zijn. We zouden hier eigenlijk vijf nachten blijven (langer dan normaal, omdat onze volgende camping heeft gecanceld vanwege ‘hazardous trees’). Maar behalve dat het hier prachtig is, is er niets te beleven en we kunnen nergens heen. Het wordt bovendien loeiheet de komende dagen, achterin de dertig graden. We moeten dus een plan B bedenken. Intussen brengen we de rest van de middag door aan het mooie riviertje Kaweah, dat aan de camping grenst. Het is een heerlijk plekje voor de meisjes met een strandje en ondiep water. Er lijken goudschilfers in het  zand te zitten! Boven ons in de bergen zweven roofvogels in groten getale rond, ik tel er op een gegeven moment wel zeventig tegelijk.

Zaterdag is weer een rustdag, die we doorbrengen aan het riviertje. Het is gelukt om een andere camping te reserveren aan weg 180, vanwaar we wel naar Kings Canyon en Sequoia kunnen. We vermaken ons prima op de fijne, schaduwrijke plek bij het water: watervalletjes, libellen, hagedisjes, vlinders, uitzicht, pootje baden en lekker graven in het zand.

Om bij onze nieuwe camping te komen, moeten we weer een stukje door de San Joaquin Valley rijden. Het doet hier subtropisch aan. De bebouwing doet Spaans aan en je ziet palmbomen, veel citrusbomen en wijnranken. Bijpassende plaatsnamen als Sultana, Orange Cove, Navelencia. De camping ligt ook weer in de Sierra Nevada. Het is een grote maar rustige en eenvoudige camping. Geen voorzieningen, maar gelukkig wel full hookup (water, elektriciteit en afvoer) en (krakkemikkige) wifi. Het is hier 36 graden, dus we brengen de middag grotendeels binnen in de camper door, waar we gelukkig airco hebben. We moeten de kleintjes wel af en toe even ‘uitlaten’ ;-)

Foto’s

1 Reactie

  1. Rob Alblas:
    19 september 2016
    Hallo,

    Weer een leuk en spannend verhaal. Ik heb de kaart van Californië er maar eens bijgenomen. Een aantal van de plaatsen waar jullie zijn geweest en nog komen ,komen me wel min of meer bekend voor, maar ik weet de juiste locatie niet, dus een kaart helpt dan wel. Jammer dat jullie de beroemde bomen niet hebben gezien, maar ik begrijp dat er nog andere bomen komen die ook spectaculair zijn. Succes er mee, we wachten op de volgende blog of mail. Groeten Pa